De Rotterdam


Projectomschrijving
OMA heeft de skyline van Rotterdam verrijkt met een spraakmakend gebouw dat Rem Koolhaas de verticale stad' heeft genoemd. Die naam verwijst naar de grote verscheidenheid aan functies in De Rotterdam. Het ontwerp van het 150 meter hoge gebouw (oplevering in 2013) kenmerkt zich door drie naast elkaar geplaatste torens op een plint van zes bouwlagen. Met nog eens twee bouwlagen ondergronds.
De begane grond heeft met winkels en horeca voornamelijk een publieke functie. De woningen en kantoren zijn met deze publieke functies verbonden via een grote centrale lobby. De torens accommoderen onder meer woningen, kantoren, een hotel en congresfuncties. De totale oppervlakte bedraagt ongeveer 160.000 vierkante meter. DGMR is bij dit gebouw betrokken als adviseur voor bouwfysica, geveltechniek en brandveiligheid in opdracht van MAB Development en OVG. De omvang en de ligging van het gebouw maakten het nodig om qua brandveiligheid met bijzondere afspraken en oplossingen te komen.
Integraal plan brandveiligheid
Traditioneel worden in een bouwaanvraag-procedure de hoofdlijnen van het brandveiligheidconcept vastgelegd; na het verlenen van de bouwvergunning begint de uitwerking op detailniveau. De praktijk leert dat bij die nadere uitwerking en bij planwijzigingen gedurende de bouw veel discussies ontstaan over de van toepassing zijnde projectspecifieke eisen.
Om onnodige en tijdrovende discussies met het bevoegd gezag te voorkomen is in het ontwerptraject gekozen te werken met een Integraal Plan Brandveiligheid (IPB), opgesteld volgens de methode 'Model Integrale Brandveiligheid Bouwwerken' van het Centrum Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV).
De Rotterdam is één van de eerste grote projecten in Nederland waar deze methode is toegepast. In het plan zijn niet alleen de minimaal voor de bouwvergunning noodzakelijke voorzieningen vastgelegd, ook is aangegeven waarom bepaalde keuzes gemaakt zijn. Het IPB is hierdoor een document geworden waar gedurende de bouw steeds naar teruggegrepen kan worden om de achtergronden van de aanwezige voorzieningen te verklaren en dient als toetsingskader voor planwijzingen.
SBR Hoogbouw richtlijn
Omdat het Bouwbesluit voor gebouwen boven de 70 meter geen prestatie-eisen stelt, is in overleg met de gemeente de SBR Hoogbouw richtlijn uit 2005 als uitgangspunt gehanteerd. Op een aantal aspecten is bewust en gemotiveerd afgeweken van deze richtlijn. Onder meer zijn de liftschachten niet beschermd door een overdrukinstallatie, maar is een daarmee gelijkwaardige oplossing gevonden door brandscheidingen rondom de liftkern (90 minuten) aan te brengen. Een bijzonder punt daarin is dat de deuren in die scheidingen voldoen aan NEN-EN 1643-3 zodat er sprake is van een echte bouwkundige rookwerendheidDe parkeergarage onder het gebouw is gesprinklerd, waarmee de toen gangbare moeizame discussies - die nu nog steeds lopen - zijn vermeden, over hoeveel ventilatie nodig is om een garage veilig te maken.
Plasbrand
Niet alleen het inwendige van de verticale stad gaf qua brandveiligheid de nodige uitdagingen, ook de locatie van het gebouw vraagt extra aandacht. Het gebouw is gesitueerd aan de Wilhelminakade in Rotterdam, een toplocatie aan één van de drukst bevaren vaarroutes in Nederland. Op de Nieuwe Maas vindt grootschalig transport plaats van gevaarlijke stoffen, waaronder brandbare vloeistoffen.
Om te mogen bouwen direct naast het water moet het gebouw vanuit provinciale regelgeving (veiligheidszonering oevers Nieuwe Waterweg en Nieuwe Maas) bestand zijn tegen de gevolgen van de zogenaamde plasbrand die kan ontstaan bij een grote lekkage van vloeistof in het water, bijvoorbeeld bij een botsing tussen twee schepen. In zo'n geval moeten, ondanks de hoge vlam die dan tegen het gebouw staat, de aanwezige personen.
30 stralingsmodel
Om een veilige ontruiming mogelijk te maken mag een plasbrand niet direct leiden tot brand in het gebouw. Op basis van een model voor de warmtestraling afkomstig van de vlam op het water is met een 30 stralingsmodel uitgerekend hoeveel warmtestraling op de verschillende delen van de gevel van het gebouw invalt (figuur). Omdat bleek dat de straling voor delen van het gebouw te groot is, is voor die delen van de gevel speciaal stralingswerend glas ontwikkeld. De 'isolerende werking' van dit speciale glas is afgemeten op de werkelijk optredende brand, in plaats van op de normaliter toegepaste standaard brandkromme. De bedachte oplossing is beproefd in het laboratorium van Efectis in Rijswijk, met positief resultaat. Alle proefresultaten en onderbouwingen zijn vastgelegd in het IPB en maken onderdeel uit van de bouwvergunning.
Project partners
Name
ABTJeroen ter Haar, Rowan van Wely
Team members
Jeroen ter Haar, Rowan van WelyConsultants, Engineering
Company Type
Consultants, EngineeringArchitectural engineering
Design & Development
Architectural engineeringName
DGMRTeam members
Consultants, Engineering
Company Type
Consultants, EngineeringFire safety, Building physics
Other
Fire safetyComfort & Health
Building physicsName
Royal HaskoningDHVTeam members
Engineering, Designers, Consultants
Company Type
Engineering, Designers, ConsultantsStructural engineering
Engineering & Safety
Structural engineeringRelated projects
No results found
Did your company worked on this project? Go to the Public page and list yourself as a project partner to access your company only page
Which project partner should receive your project listing request?
Document generator
Thank you for using the document generator again! Click the button to start a free trial period of 5 documents.
Document generator
Your trial period has been expired. Please contact info@galleo.co.
Click the +Favorite button to add this project to your personal favorites