MOR

Modular Office Renovation (MOR) won in Hongarije de tweede prijs van de Solar Decathlon Europe 2019. Het team verantwoordelijk voor MOR bestaat uit 54 studenten van de TU Delft én onderzoekt op de Green Village de beste strategie om energetisch slecht presterende kantoorgebouwen te transformeren naar multifunctionele gebouwen die energiepositief zijn.

De mock-up van MOR staat op de Green Village in Delft en is een 1:1 uitsnede van de Marconitorens (tegenwoordig de Lee Towers). “De keuze om juist dit gebouw als uitgangspunt te nemen ontstond door de samenwerking met de gemeente Rotterdam”, legt Okan Türkcan, student aan de TU, uit. “Bovendien is het een interessante casus is, omdat het gebouw symbool staat voor veel meer hoogbouwcomplexen. Oplossingen die we aandragen voor deze transformatie zullen daardoor breed toepasbaar zijn.”

Vloeren

Er zijn veel aspecten van het project die om aandacht vragen, maar in dit artikel beperken we ons tot de vloer. De opbouw verschilt van een traditionele vloeropbouw met vloerverwarming. Op het beton kwam 20 mm minerale wol (steenwol), vervolgens een 10 mm gipsvezelplaat van fermacell, daarop een houtvezelplaat van 35 mm waarin de PE-leidingen zijn verwerkt en de bovenste lagen bestaan uit een dubbele fermacell gipsplaat (2E22) van 25 mm en een marmoleumvloer. Een snelle rekensom leert dat de ophoging aanzienlijk (100 mm) is. “Maar dat was nodig”, verklaart Türkcan. “Ondanks dat we hier op de Green Village de ruimte hebben om af te wijken van het Bouwbesluit, hebben we dat niet gedaan omdat we ons focusten op de opschaalbaarheid. Dan is het van belang dat zowel aan de brandtechnische als akoestische eisen (54 dB) wordt voldaan. Door te werken met droge dekvloeren konden we bijvoorbeeld contactgeluiden beperken. In dit geval is dat heel belangrijk omdat we uitgingen van een bestaande situatie en de betonvloeren in de Marconitorens zijn slechts 100 mm dik zijn. Dan moet je stevige maatregelen treffen. Zelfs de steenwol (20 mm) vervangen door een dunnere viltisolatie vonden we geen optie.”

Demontabel

Een ander aspect waar rekening mee gehouden werd was de circulariteit. Zowel de materiaaleigenschappen als de demontabelheid speelden een rol. Türkcan: “Het gebouw moet eenvoudig op- en af te breken zijn. Dus niet alleen met het oog op de toekomst, ook omdat de wedstrijd in Hongarije plaatsvond, kozen we voor een droog systeem. Daarnaast zijn materialen beoordeel op hun CO2-footprint.” Een gipsvezelplaat paste in dat streven. Drenth: “De platen worden gemaakt van gerecycled ontzwavelingsgips (uit kolencentrale Amsterdam) , oud papier en water uit de Maas dat. We zijn daardoor heel circulair.” Evenals de Pavatex (houtvezelplaat). Türkcan: “Al zullen we voor de houtvezelplaat in een later stadium nog wel gaan kijken of we het verwerkingsproces kunnen aanpassen. Het gewicht was voor het vervoer en de opbouw in Hongarije zeker een pré, maar doordat de plaat zacht is hebben we alle sleuven voor de vloerverwarming handmatig gefreesd. Tijdens de evaluatie met de partners en onderzoeken die plaats gaan vinden, komt dit vast nog aan de orde.”