Jachthuis Beukenrode

De renovatie van Jachthuis Beukenrode is een mooi voorbeeld waarbij getoond wordt dat gebruik van biobased materialen, energiebeperking en cultuurhistorische waarden goed samen kunnen en een prachtig resultaat opleveren.

In het 19de-eeuwse Jachthuis Beukenrode in Doorn is sinds 2002 in gebruik als feest- en vergadercentrum. De eigenaar van het landgoed, de Sint Augustinusstichting, wil het landhuis en het omringende landgoed behouden en zoveel mogelijk in ere herstellen. Voor de renovatie koos architect Daan Bruggink daarom lowtech ecologische oplossingen. Dat betekent voor de hele restauratie: behouden wat er nog is, terugbrengen wat is verdwenen en herstellen wat kapot is. Het landhuis is ecologisch gerestaureerd, zo is voor het schilderwerk gekozen voor lijnolie. 

Tijdens de bouw zijn diverse nog bruikbare historische elementen in ere hersteld, zoals de oude bakgoten, de dikke gietijzeren historische radiatoren en de antieke schuiframen. Wat ook behouden blijft, zijn de invlieggaten in muren en onder dakspanten voor de zes soorten vleermuizen. Verdwenen onderdelen die bij de restauratie terugkeren, zijn onder meer een serre aan de zijkant, en aan de voorzijde van het Jachthuis een veranda met glazen dak en een baldakijn op het platte dak naast het torentje. Zelfs een houten persienne, een verticaal zonweringluik dat werkt tegen oververhitting, is teruggekeerd. 

Energie en ventilatie

Er is bewust gekozen voor natuurlijke ventilatie, via de bestaande schuiframen waarbij het bovenste raam naar beneden kan en het onderste omhoog. Tussen raam en kozijn zijn tochtstrips en -borsteltjes aangebracht om energieverlies tegen te gaan.

Maar hoe moet het verder met de energiehuishouding in het gebouw, als die onzuinige radiatoren blijven staan? Voordeel van het jachthuis is volgens Architect Bruggink dat het een compact gebouw is. En in ruimten die niet worden gebruikt, kunnen de binnenluiken worden gesloten. 

De twee gasgestookte cv’s wordt vervangen door een hout-cv, die gevoed wordt met houtsnippers die vrijkomen bij het onderhoud van het landgoed.

Het dak, oorspronkelijk zink en sinds de jaren tachtig bitumen, wordt vervangen. De antieke houten dakgoten eronder worden weer blootgelegd en gerestaureerd, het dak wordt geisoleerd, en de nieuwe dakbedekking wordt EPDM (ecologisch dakleer).

Ecologisch architect

Architect Bruggink noemt zichzelf ‘ecologisch’ architect. Zowel in vorm als in techniek en materiaalkeus laat hij zich inspireren door de natuur. Waar het kan, werkt hij dan ook met natuurlijke materialen zoals hout en houtvezel, vlas, natuurlijke verven en fermacell – biologische gipsvezelplaten voor plafonds en wanden. Materialen gemaakt van fossiele grondstoffen zijn voor de ecologische architect uit den boze. De niet-natuurlijke materialen die hij soms ook moet gebruiken, onder andere voor dakbedekking en isolatie op gevoelige plaatsen, zijn biobased. Dat betekent dat de grondstoffen ervoor plantaardig zijn, zoals hennep en bermgras. Zij hebben, anders dan fossiele grondstoffen, dankzij hun snelle ‘hergroeibaarheid’ een kortcyclische kringloop. Een goed voorbeeld van biobased producten is biofoam, dat wordt gebruikt in plaats van het aardolieproduct piepschuim.

Features or Specials: Circular Economy, Renovation